Afscheidsbonus bij verkoop deelneming valt niet onder deelnemingsvrijstelling

De deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting is mede van toepassing op kosten ter zake van de vervreemding van een deelneming. Dergelijke kosten blijven bij het bepalen van de winst buiten aanmerking. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt, dat er een rechtstreeks oorzakelijk verband moet bestaan tussen de kosten en de verkoop van de deelneming. Dat is het geval als het gaat om kosten, die worden opgeroepen door de vervreemding van de deelneming.

Afscheidsbonus bij verkoop deelneming valt niet onder deelnemingsvrijstelling

Het vereiste rechtstreekse oorzakelijke verband ontbreekt bij kosten, die niet zouden zijn gemaakt als de vervreemding niet had plaatsgevonden, maar die niet hebben bijgedragen aan de totstandkoming van die vervreemding. Dergelijke uitgaven zijn niet nuttig of nodig om tot die vervreemding te komen.

Afscheidsbonussen, die bij de verkoop van een drietal deelnemingen zijn toegekend aan het personeel, zijn geen kosten die zijn opgeroepen door de vervreemding van de deelnemingen. De afscheidsbonussen zijn niet uitgekeerd om tot vervreemding van de deelnemingen te komen. Het oordeel van de rechtbank, dat deze uitgaven niet  aftrekbaar zijn, geeft volgens de Hoge Raad blijk van een onjuiste rechtsopvatting.


Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20231793, 22/02219 | 12-01-2024


Bovenstaand nieuwsbericht is gepubliceerd op 11-01-2024. Dit bericht is met veel zorg en aandacht samengesteld. Desondanks kunnen wij niet volledig instaan voor de correctheid, volledigheid of actualiteit van de informatie.
Maak een afspraak met ons om de meest recente informatie te ontvangen.